DIDAM: één serieuze gegadigde?
Sinds het Didam-arrest is het van belang dat gemeentes mededingingsruimte bieden als zij onroerende zaken willen verkopen. In sommige gevallen hoeft de gemeente deze mededingingsruimte niet te bieden. Een voorbeeld hiervan is een zaak die speelde voor de rechtbank Noord-Nederland. Wat was er aan de hand?
Gemeente was van plan om een stuk grond te verkopen aan een camping. Dat stuk grond had tot dan toe nog de bestemming natuur, maar werd alleen verkocht onder de voorwaarde dat de bestemming gewijzigd kan worden in recreatie.
Een Stichting wil het stuk grond ook graag kopen. Deze Stichting is van mening dat Gemeente geen mededingingsruimte biedt aan andere potentiële gegadigden door het stuk grond direct aan de camping te verkopen. Gemeente stelt dat er sprake is van één serieuze gegadigde en daarom het stuk grond niet aan de Stichting hoeft aan te bieden.
De rechtbank overweegt dat uit het Didam-arrest volgt dat de gemeente altijd mededingingsruimte moet bieden aan potentiële gegadigden als zij onroerende zaken willen verkopen. Hierop kan slechts een uitzondering worden gemaakt als er redelijkerwijs kan worden aangenomen dat uit objectieve, toetsbare en redelijke criteria blijkt dat er sprake is van één gegadigde. De rechtbank stelt dat de gemeente in beginsel beleidsruimte heeft bij het bepalen van de selectiecriteria aan de hand waarvan wordt beoordeeld of sprake is van één serieuze gegadigde.
In onderhavig geval was één van de selectiecriteria dat het perceel van de beoogde koper (in dit geval de camping) aangrenzend is aan het te verkopen perceel. De rechtbank oordeelt dat dit niet redelijk is, aangezien door dit selectiecriterium alleen de camping in aanmerking komt om het perceel te kopen. Hierdoor is volgens de rechtbank niet voldaan aan het Didam-arrest.
Dit betekent volgens de rechtbank echter niet dat Gemeente onrechtmatig jegens de Stichting heeft gehandeld. Gemeente heeft namelijk toegelicht dat de Stichting niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bereid en in staat is om het perceel te gebruiken voor het doel waarvoor het is uitgegeven. Gemeente wil de bestemming van het perceel wijzigen in recreatie en alleen in dat geval verkopen, terwijl de Stichting het perceel met geen ander doel dan de huidige bestemming - natuur - wil kopen. Om die reden kan de Stichting volgens de rechtbank überhaupt niet als gegadigde worden aangemerkt.
Deze zaak past het Didam-arrest toe en laat daarbij zien dat de beleidsruimte van gemeentes niet onbegrensd is. Het is daarom van belang dat gemeentes degelijke selectiecriteria hebben opgesteld, alvorens zij beslissen dat er sprake is van slechts één serieuze gegadigde.