Eisers in deze zaak zijn particuliere kopers van een bouwkavel met insteekhaven. Gedaagde is een commanditaire vennootschap die kavels bouwrijpe grond te koop heeft aangeboden, waarop kopers binnen de gestelde randvoorwaarden een woning kunnen realiseren. Een van de woongebieden bevat bouwkavels aan een watergang, die in eigendom toebehoort aan de gemeente Westland. Tussen verkoper en kopers is een schriftelijke koopovereenkomst gesloten ten aanzien van een perceel grond voor een koopprijs van € 590.000.
Aanvraag ingediend
De verkochte kavel beschikt over een insteekhaven van negen bij drie meter. In de verkoopbrochure is onder meer vermeld dat in de tuinzone inhammen gerealiseerd (kunnen) worden voor het aanleggen van een bootje (één per woning). Op Funda staat onder meer vermeld dat er ruimte is om een aanlegplaats voor een sloep te creëren en dat bij kavels I en II een insteekhaven is inbegrepen. Een jaar na de levering hebben kopers bij het hoogheemraadschap een aanvraag ingediend voor een ontheffing om gemotoriseerd te mogen varen op een vaarwater dat in verbinding staat met de watergangen achter de kavel van kopers. Op deze aanvraag is afwijzend beslist. Het bezwaar van kopers is ongegrond verklaard en ook het beroep is afgewezen. In de onderhavige procedure houden de kopers de verkoper aansprakelijk op grond van ‘non-conformiteit’ ex artikel 7:17 BW. Subsidiair stellen kopers te hebben gedwaald over de mogelijkheid om te mogen varen.
Oordeel rechtbank
De rechtbank meent dat verkoper niet aansprakelijk is voor het feit dat er geen vaarontheffing wordt verleend en kopers niet onbeperkt mogen varen in het gebied achter hun woning. Het verkrijgen van een vaarontheffing of het gemotoriseerd kunnen varen kan in zijn algemeenheid niet worden aangemerkt als een eigenschap die voor normaal gebruik van een kavel met een insteekhaven (negen bij drie meter) nodig is. Het verkrijgen van een vaarontheffing of het gemotoriseerd kunnen varen kan in dit geval ook niet worden aangemerkt als een bijzonder gebruik dat in de overeenkomst is voorzien. OBWZ had geen mededelingsplicht ten aanzien van het al dan niet verkrijgen van een vaarontheffing. Voor zover kopers zich beroepen op wederzijdse dwaling, moet deze volgens de rechtbank voor rekening van kopers blijven.