Medezeggenschap cliëntenraad
Een goede samenwerking tussen een zorgaanbieder en diens cliëntenraden is een groot goed. Soms lukt dit – ondanks alle goede bedoelingen – niet. Niet vaak zien wij echter dat de Ondernemingskamer in Amsterdam eraan te pas komt om een uitspraak te doen in een geschil tussen de zorgaanbieder en de cliëntenraden.
Op 13 juni jl. heeft de Ondernemingskamer uitspraak gedaan waarbij in de uitspraak duidelijke overwegingen staan die behulpzaam zijn in de praktijk. Een korte opsomming:
- De Wmcz 2018 bepaalt in artikel 3 lid 6 voor een situatie waarin er meerdere cliëntenraden worden ingesteld (zoals hier het geval is) dat de taken en bevoegdheden van iedere cliëntenraad in een medezeggenschapsregeling worden geregeld, waarbij aan een cliëntenraad die de belangen van de cliënten op een bepaalde locatie behartigt in ieder geval de taken en bevoegdheden worden toegekend met betrekking tot aangelegenheden die specifiek de cliënten op die locatie raken.
- De medezeggenschapsregeling van de zorgaanbieder bepaalt (samengevat) dat advies- en instemmingsvragen die uitsluitend betrekking hebben op, en slechts gevolgen hebben voor de cliënten van één locatie uit het domein Wonen met Zorg, door de zorgaanbieder worden voorgelegd aan de desbetreffende lokale cliëntenraad. Gaat een besluit meerdere locaties of domeinen aan dat worden deze onderwerpen aan de Centrale Cliëntenraad voorgelegd. Er wordt verwezen naar een bijlage bij de medezeggenschapsregeling. De Bijlage bevat een uitgewerkte bevoegdheidsverdeling tussen de centrale en de lokale cliëntenraden. In een tabel worden verschillende artikelen uit de Wmcz 2018 opgesomd. Wordt het onderwerp van dat artikel aangeduid, dan wordt daarbij steeds afzonderlijk vermeld of de decentrale dan wel de centrale cliëntenraadadvies- dan wel instemmingsrechten toekomt en zo ja, waarover precies. De Ondernemingskamer is van oordeel dat in de medezeggenschapsregeling, waarvan de bijlage onlosmakelijk deel uitmaakt, de medezeggenschapsrechten van lokale cliëntenraden zoals bedoeld in artikel 3 lid 6 van de Wmcz 2018 worden gerespecteerd.
- De cliëntenraad heeft verder bezwaar tegen het mechanisme dat benoemingen van leden van de lokale (en centrale)cliëntenraad geschieden door zorgaanbieder. Die gang van zaken is evenmin in strijd met de bepalingen of strekking van de Wmcz 2018. Daarbij komt dat deze benoemingen geschieden op voordracht van de desbetreffende cliëntenraad en dat de voordracht wordt gevolgd, tenzij dit in redelijkheid niet van de zorgaanbieder verwacht kan worden. Deze benoemingsregeling geeft de cliëntenraden ruim voldoende armslag om diegenen in de cliëntenraad zitting te laten nemen die zij wensen. De enige grond die de zorgaanbieder heeft om de benoeming niet te volgen is beperkt en geobjectiveerd.
